Zonnepanelen

Zonnepanelen

Duurzame energie helpt klimaatverandering tegen te gaan en voorkomt dat energie ‘op’ raakt. Maar wat verstaan we onder duurzame energiebronnen? En welke soorten en toepassingen behoren daartoe?

Duurzame energie heet zo omdat de bronnen, zoals zonlicht of windkracht, niet kunnen opraken. Bovendien drukt de productie van duurzame energie in vergelijking met conventionele bronnen veel minder zwaar op het milieu, doordat er veel minder van het broeikasgas CO2 bij vrijkomt. Bij de productie van 1 kWh elektriciteit uit kolen ontstaat minstens 850 gram CO2; 1 kWh stroom uit zonlicht levert maar 50 gram op. De bekendste duurzame energiebronnen zijn windkracht, waterkracht en zonlicht. Andere bronnen zijn biomassa, aardwarmte en warmte uit onze omgeving (zoals in lucht en bodem).

Zonnepanelen

Een manier om te besparen op elektrische energie is het plaatsen van zonnepanelen. Zonnepanelen wekken een spanning op van 42 Volt gelijkstroom die in een converter wordt omgezet in 230 Volt wisselstroom. Deze kan men zelf gebruiken of, als er teveel wordt opgewekt, terug leveren aan het electriciteitsnet.

Vermogen van zonnepanelen:

Het vermogen van een zonnepaneel wordt uitgedrukt in Wattpiek (Wp). Dit is het vermogen dat 1 m² zonnepaneel opwekt onder de meest gunstige omstandigheden. In de praktijk rekent men met 85% van het maximale vermogen. Zonnepanelen kunnen momenteel 150 Wp leveren wat overeenkomt met 127,5 Watt.

Aansluiten van zonnepanelen:

Er zijn 2 mogelijkheden om zonnepanelen aan te sluiten:

1. Op een bestaande groep met verbruikers;

2. Op een aparte groep zonder verbruikers;

Op een bestaande groep met verbruikers mag men maximaal 500 Watt aan zonnepanelen aansluiten. 500 W /230 Volt levert 2,2 Ampere. Er kan dus achter de zekering van 16 Ampere maximaal 18,2 Ampere door de leiding lopen. Dit is toegestaan. Bij grotere stromen kan er oververhitting van de bedrading ontstaan en is er brandgevaar.